Anderhalve eeuw geleden was Amsterdam een stinkende stad. Huisvuil werd wel opgehaald, maar belandde toch vaak in de gracht of in de goot. Uiteindelijk kwam hier verandering doordat in 1877 de dienst Stadsreiniging werd opgericht, een aparte dienst voor het schoonmaken en schoonhouden van de stad. Sindsdien is er veel veranderd, een kort overzicht van onze rijke historie:
In eerste instantie werd het afval nog gestort. Maar de oude vuilnisbelten en stortplaatsen bezorgden de bewoners van de stad veel overlast. Daarop besloot het stadsbestuur begin 20e eeuw om het afval te gaan storten in het Naardermeer, maar dat leidde tot protesten. Het stadsbestuur was hier gevoelig voor en besloot vervolgens in 1913 tot de bouw van de ‘vuilverbranding’ in Amsterdam-Noord. In 1918 werden de ovens voor het eerst opgestookt. Grote hoeveelheden afval werden in schuiten via de grachten aangevoerd en vervolgens in de acht ovens verbrand.
Bijna 50 jaar later waren de milieu-eisen inmiddels zodanig verscherpt en het aanbod van afval zo vergroot, dat de installatie niet langer voldeed. De oude vuilverbranding werd gesloopt en de Afvalverwerkingsinstallatie Noord was in 1969 een feit. Deze installatie was tweemaal groter en was veel efficiënter en milieubewuster. De uitgestoten rookgassen werden voor het eerst gereinigd met een elektrofilter.
Omdat er al snel uitbreiding nodig was, besloot het stadsbestuur in 1987 dat er een derde generatie Afvalverbrandingsinstallatie moest komen in Amsterdam-Westpoort: de Afvalenergiecentrale (AEC). Qua capaciteit, techniek en milieuvriendelijkheid een enorme stap voorwaarts. Het was de eerste installatie die aan de nieuw gestelde emissie-eisen voldeed door doeltreffend af te rekenen met de uitstoot van dioxines en andere schadelijke stoffen. Deze installatie werd in 1993 voltooid en in gebruik genomen.
Snel werd duidelijk dat er nog meer behoefte was aan verbrandingscapaciteit, daarom werd besloten tot het bouwen van een vierde generatie Afvalverbrandingsinstallatie: de Hoogrendement (HR) Centrale, die in 2007 werd opgeleverd. Deze HR Centrale is gebouwd met de nieuwste technologie, inclusief een aantal eigen innovaties die voortkwamen uit de bestaande Afvalenergiecentrale. Door deze innovaties, waaronder een geavanceerd herverhittingssysteem, levert de HR Centrale een elektrisch rendement van meer dan 30%. De gezamenlijke verwerkingscapaciteit van AEC en HR Centrale bedraagt 1.400.000 ton afval per jaar.
In het jaar dat met de bouw van de HR Centrale werd aangevangen, veranderde de naam van de Gemeentelijke Dienst Afvalverwerking in de naam Afval Energie Bedrijf om meer recht te doen aan de energieopwekking die met het verbranden van afval gepaard gaat. Op 1 januari 2014 is het Afval Energie Bedrijf verzelfstandigd met de gemeente Amsterdam als enige aandeelhouder. De organisatie gaat vanaf die datum verder als AEB Amsterdam.
De ontwikkeling naar een duurzame, circulaire samenleving betekent dat er zoveel mogelijk grondstoffen uit afval moeten worden teruggewonnen. Daarom bouwde AEB in 2017 een moderne scheidingsinstallatie om grondstoffen zoals metalen, plastics en papier uit huisvuil te filteren. Hiermee draagt AEB bij aan de transitie naar een zoveel mogelijk circulaire samenleving waar zoveel mogelijk grondstoffen worden hergebruikt, waarna de reststroom wordt gebruikt om warmte en elektriciteit op te wekken.